blog_wijziging huwelijksvermogen gemeenschapsstelsels

Het wetsvoorstel van 12 december 2017 voorziet heel wat wijzigingen aan het huwelijksvermogensrecht. Dit zowel voor de gemeenschapsstelsels (daaronder valt het wettelijk stelsel voor de echtgenoten die zonder contract huwden, maar ook de ‘conventionele’ gemeenschapsstelsels). De inwerkingtreding van de wet is in principe voorzien op 1 september 2018, en zou moeten samenvallen met de inwerkingtreding van wet met betrekking tot de wijziging van het erfrecht. Niet meer heel erg veraf dus, en dus toch belangrijk om alvast even stil te staan bij de grote lijnen van de nieuwe wet. De wijziging van het huwelijksvermogensrecht: wat brengt dat allemaal met zich mee?

Er zijn bemiddelaars die hierover van mening verschillen met mij, maar ik vind het belangrijk dat een scheidingsbemiddelaar op de hoogte is over de geldende regels. Omdat mensen in een scheidingsprocedure grondig geïnformeerd moeten zijn. Dat wil niet zeggen dat zij ten aanzien van elkaar al hun rechten persé moeten afdwingen en hard maken, maar geeft hen wel de mogelijkheid om goed geïnformeerd en met kennis van zaken in gesprek te gaan daarover. Zo vormt zich een ‘stevig’ akkoord over de scheiding en de verdeling, waar men zich in kan vinden en in kan berusten.

De wijzigingen die het wetsvoorstel voorziet, zijn talrijk, en ik beperk me hier daarom tot de wijzigingen die specifiek gelden voor de gemeenschapsstelsels. De wijzigingen voor stelsels van scheiding van goederen en de meer algemene wijzigingen, zullen voorwerp zijn van volgende bijdragen.
Gemeenschapsstelsels

De nieuwe wet behoudt de huidige opdeling tussen enerzijds gemeenschapsstelsels en anderzijds het stelsel van scheiding van goederen.

Alle echtgenoten die zonder contract huwen, vallen onder toepassing van het wettelijk stelsel. Dit wettelijke stelsel betreft een stelsel van gemeenschap. In een gemeenschapsstelsel zijn er 3 vermogens: elk van de echtgenoten heeft een “eigen vermogen” en samen delen zij in het “gemeenschappelijk vermogen”.

Kort gezegd: wat men voor het huwelijk reeds bezat, blijft eigen ook na het huwelijk. Wat men via schenking of erfenis tijdens het huwelijk verkrijgt blijft eigen. Alle beroepsinkomsten verworven tijdens het huwelijk, vallen in de gemeenschap. Door middel van een huwelijkscontract kan men conventioneel gaan sleutelen aan zo’n gemeenschapsstelsel, mét behoud evenwel van de basisprincipes van dit systeem. Het voornaamste principe dat het gemeenschapsstelsel kenmerkt is het gemeenschappelijke karakter van de beroepsinkomsten.

Het wetsvoorstel voorziet een aantal wijzigingen aan het gemeenschapsstelsel. Ik overloop de voornaamste graag even.
Verfijning van de regels voor het wettelijk stelsel

De nieuwe wet zal een aantal regels verfijnen en op punt stellen. Er wordt bijvoorbeeld duidelijkheid geschept over het vermogensrechtelijk statuut van individuele levensverzekeringen, maar ook van schade- en arbeidsongevallen vergoedingen. Hierover was in het verleden heel wat te doen, voornamelijk dan in de rechtspraak. Tot het zelfs zo ver ging dat het toenmalige Arbitragehof, thans het Grondwettelijk Hof, oordeelde dat de geldende wetgeving (waarin onder meer werd gesteld dat kapitaaluitkeringen uit levensverzekeringen in principe buiten de gemeenschap blijven) ongrondwettelijk was. Het is een goede zaak dat hier nu meer duidelijkheid wordt geboden. Voor de details van de regeling verwijs ik graag naar een van mijn volgende bijdragen.
Bevestiging van de huwelijksvermogensrechtelijke neutraliteit van de beroepsuitoefening binnen een vennootschap

Zoals gezegd vallen beroepsinkomsten in een gemeenschapsstelsel noodzakelijk in het gemeenschappelijk vermogen. Dit is een van de grondbeginselen van het gemeenschappelijk huwelijksvermogensstelsel.

Andere zaken kunnen in een stelsel van gemeenschap wel eigen zijn, zoals bijvoorbeeld aandelen in een vennootschap. Hoe gaat dat dan wanneer een echtgenoot zijn beroepsactiviteiten uitoefent binnen een vennootschap die door hem werd opgericht en waarvan de aandelen hem eigen zijn? Men kan zich dan bijvoorbeeld een klein loon doen uitbetalen en de overige activa oppotten als winst binnen de vennootschap. Er ontstonden de nodige discussies uiteraard over het al dan niet gemeenschappelijk karakter van de winsten die tijdens het huwelijk binnen de vennootschap werden opgebouwd. De nieuwe wet zou hiermee komaf maken. De vennootschap kan niet langer een middel zijn om beroepsinkomsten aan de gemeenschap (en dus aan de andere echtgenoot) te onttrekken.

De nieuwe wet wil het verschil wegwerken tussen het eigen of gemeenschappelijk karakter dat de beroepsinkomsten krijgen al naargelang de echtgenoot al dan niet zijn beroep uitoefent binnen een vennootschap. Er wordt een nieuwe grond tot vergoeding ingeschreven in de het Burgerlijk Wetboek: een vergoeding vanuit het eigen vermogen ten aanzien van het gemeenschappelijk vermogen voor de beroepsinkomsten die de gemeenschap niet heeft ontvangen, maar die het wel had kunnen ontvangen als de echtgenoot zijn beroep niet binnen een vennootschap had uitgeoefend.
Anticipatieve inbreng

Goederen verworven door de echtgenoten vòòr het huwelijk, blijven hen eigen. Deze goederen vallen dus niet in het gemeenschappelijk vermogen maar in het eigen vermogen van die echtgenoot. Dit heeft gevolgen uiteraard, onder meer naar erfrecht toe en verhaalsrechten van schuldeisers.

De wet voorziet nu ook reeds in de mogelijkheid voor echtgenoten om bij huwelijkscontract “inbreng” te doen van deze eigen goederen. Door die inbreng wordt het ingebrachte goed gemeenschappelijk, en kan tussen echtgenoten een ruimere bescherming worden voorzien voor het geval een van de echtgenoten komt te overlijden.

Het wetsvoorstel voorziet nu ook de zogenaamde “anticipatieve inbreng”. Hierdoor wordt het mogelijk voor ongehuwde partners om in de akte waarbij zij een onroerend goed aankopen ( in volle eigendom en elk voor de helft) al te voorzien dat zij dit onroerend goed zullen inbrengen in de gemeenschap voor het geval zij in de toekomst ooit met elkaar zouden trouwen. Door het enkele feit van de huwelijkssluiting, vindt dan de inbreng ook effectief plaats zonder dat dit nog in een huwelijkscontract moet worden bevestigd. De schulden verbonden aan dat onroerend goed ( dan denk ik vooral aan de hypothecaire lening) worden ook automatisch mee gemeenschappelijk op dat moment.

Belangrijk dus voor al wie bezig is met echtscheidingen en de afwikkeling ervan: het zal voortaan niet meer volstaan om het huwelijkscontract te bekijken (of vast te stellen dat geen huwelijkscontract werd opgemaakt) om te weten welke activa en passiva in de gemeenschap dan wel in de eigen vermogens vallen. Ook de aankoopakten zullen er op nageslagen moeten worden.
Recht van terugname

De echtgenoot die een bestanddeel van zijn eigen vermogen inbrengt in het gemeenschappelijk vermogen, heeft volgens de huidige wet ook recht om dit bestanddeel terug te nemen bij ontbinding van dit stelsel. De uitwerking van deze regel kan uitdrukkelijk worden uitgesloten bij huwelijkscontract, en dat gebeurt in de praktijk ook erg vaak. De nieuwe wet zou nu dit automatisch recht van terugname uitsluiten in twee gevallen:

Ten eerste bij de zogenaamde anticipatieve inbreng, en ten tweede ook voor andere inbrengen gedaan door de beide echtgenoten samen (bijvoorbeeld: Een ongehuwd koppel koopt samen een woning aan. Na enkele jaren beslissen ze om te trouwen en ze brengen elk hun helft van de woning in in de huwelijksgemeenschap.)

Voor deze gevallen van inbreng moet de toepassing van het recht van terugname dus niet meer worden uitgesloten bij huwelijkscontract: de wet zal dit voorzien.
Voor de bemiddelaar

Zoals je ziet: heel wat wijzigingen, en hopelijk ook meer duidelijkheid over bepaalde punten die in het verleden wel eens aanleiding gaven tot discussie.

Voor al wie bemiddelt in het kader van echtscheidingen, is het zeker nuttig om deze grote lijnen mee te hebben, vandaar deze poging tot beknopt overzicht van de belangrijkste wijzigingen. Wordt vervolgd!

Heb je hierover nog vragen? Blijf er niet mee zitten. Of hebben jullie beslist om te scheiden en weet je niet goed waar te beginnen? Laat je goed bijstaan en neem contact op voor een kennismakingsgesprek. Contacteer ons Als scheidingsexpert en erkend familiaal bemiddelaar begeleiden wij jullie scheiding. Je kan bij ons terecht voor bemiddeling van conflicten aangaande de scheiding of beëindiging van de relatie, juridische begeleiding en opmaak van het echtscheidingsakkoord en ouderschapsovereenkomsten over de kinderen. vera

Gelijkaardige artikels